Levensverhaal van een alcoholist

//Levensverhaal van een alcoholist
Levensverhaal van een alcoholist 2018-02-03T16:06:19+00:00

1991

In het begin van mijn leven was ik een lief kind dat in een harmonieus gezin opgroeide, ik voelde een sterke band met mijn moeder. Tot en met de lagere school waren er geen problemen, buiten schooltijd was ik heel creatief bezig met Meccano, lapjes en houtsnijden.
Op de middelbare school voelde ik mij altijd heel angstig en geremd, ik had vaak het gevoel dat iedereen tegen me was; zowel de schoolleiding, m’n medeleerlingen als mijn ouders. Mijn leerprestaties waren matig, voornamelijk omdat ik gewoon niets deed, ik was ongeïnteresseerd en spijbelde veel. Toen mijn ouders, tussen wie het intussen steeds slechter ging, uiteindelijk aan mijn wens om van school te mogen gaan gehoor gaven, ben ik gaan werken. Ik was inmiddels 16 jaar oud. Ik hoopte dat het door te werken, beter met me zou gaan, maar ook op het werk was ik een lulletje dat over zich liet lopen en het liefst zat te dromen.

Ik werd lid van een club die elke vrijdagavond bijeen kwam en het op een zuipen zette, onder invloed van alcohol voelde ik me opeens sterk, superslim etc. Het werken bevredigde me totaal niet, na een half jaar stopte ik dan ook. Ik voelde me in die tijd heel eenzaam en angstig, wilde zo graag meisjes benaderen maar durfde niet. Mijn ouders merkten wel dat ik me niet lekker voelde, maar als ze me vroegen wat er aan de hand was vluchtte ik naar mijn kamer en sloot me daar op, m’n ouders in vertwijfeling achterlatend.

Ik ontdekte dat ik, door te laten merken dat het slecht met me ging maar er niet over te willen praten, van alles bij ze voor elkaar kon krijgen. Ze zetten me op een Herman Jordan Lyceum maar ook daar voelde ik me een volslagen vreemde, als een van mijn medeleerlingen me iets vroeg brak het zweet me letterlijk aan alle kanten uit, ik had in die tijd een complex omdat ik vond/bang was dat ik stonk. Ik was intussen 17 en voelde me alleen thuis op de club waar ik elke keer stomdronken werd, als m’n ouders me daarop aanspraken speelde ik mijn vader tegen mijn moeder uit of rende weg naar mijn kamertje om me daar op te sluiten en te fantaseren dat ik een vriendinnetje had. Dat uitspelen van mijn ouders tegen elkaar ging me erg makkelijk af: ze konden het totaal niet met elkaar vinden, m’n vader was erg dominant en mijn moeder maakte zich steeds kleiner. Vaak zat ik s’avonds met mijn vader door te zakken, gezamenlijk kankerden we dan over mijn moeder en losten en-passant alle wereldproblemen op. Overdag was ik zo gesloten als een pot, voelde een enorme angst om afgewezen te worden zodra ik me zou uiten, met al die angsten van me.
Ik ging van school en sprak gedurende drie maanden niet tegen m’n moeder voor wie ik alle respect verloren had. M’n ouders begonnen wanhopig aan me te trekken: “wat is er toch jongen?” Ik weigerde iets te zeggen genietend van alle aandacht die ik kreeg… Toen het thuis tenslotte niet meer ging zochten mijn ouders een flat voor me, ik vond een baantje en zette me daar 100% in. ’s Avonds dronk ik in mijn eentje, een kennissenkring had ik niet en durfde ook niet de stap te nemen er eentje op te bouwen, drinken loste alles op.
Als mijn ouders op visite kwamen deed ik vaak niet open waar ze uiteraard knettergek van werden, ze voelden zich schuldig en ik maakte daar misbruik van. Ik kwam alleen aanzetten als ik in moeilijkheden zat en liet hen tenslotte mijn huur betalen, wat ze nog deden ook..
Ik stopte met werken, deed nog het e.e.a. via een uitzendbureau en hield tenslotte op met de gedachte dat werken “stom” was. Teruggetrokken in mijn flatje droomde ik over de grootse daden die ik zou gaan verrichten en over dat ik een vriendinnetje had. Verder deed ik niets dan navelstaren. Ik voelde me heel zwak en kwetsbaar en wilde zo graag sterk en onoverwinnelijk zijn, misschien heb ik me daarom zo afgezet tegen mijn ouders. Die ondanks ze er geen touw aan vast konden knopen, toch altijd aan mijn nukken toegaven, terwijl ik eigenlijk sterk en zelfstandig wilde zijn.
Dat laatste voelde ik me ook als ik maar genoeg op had, en als ik me zwak voelde? Dan viel ik gewoon op mijn ouders terug. Achteraf gezien was ik toentertijd een ruggengraatloos, verwend, asociaal ettertje. Ik werd ‘Punk’ , wilde niet meer werken, zoop de hele dag en voelde me geweldig groot. Ik vond alles en iedereen stom en alleen mezelf goed, ik kreeg een steeds grotere bek en eindelijk mijn eerste vriendinnetje, ik was inmiddels 21 jaar. M’n vriendinnetje aanbad me, ze geloofde in mijn dromen, ook al sprak ik nooit over gevoelens en behandelde haar als een hoop stront, ook bij haar deed ik vaak de deur niet open en seksueel was ik ontzettend geremd.
Ik zat te dromen over ‘het ene’ dat me gelukkig zou maken: een ideale vrouw, dan was ik weer twee maanden ‘meester-regisseur’, toen motorbink, ster-basgitarist, maar ik liet alles steeds weer vallen omdat ‘het geluk’ maar niet wilde komen. Het zuipen ging intussen door.

Na twee jaar vertrok mijn vriendin en kreeg een echte relatie en een baan, op dat moment kreeg ik ook pas respect voor haar. Ik vond een baan als computertechnicus, had nog steeds een muur van cynisme om me heen, zoop mijn angsten nog steeds weg of ontkende botweg dat ik ze had. Toch ging ik iets nieuws proberen: m’n Vwo-diploma halen! Gesteund door mijn ex haalde ik thuis werkend met alleen lesboeken en zonder drank m’n Vwo-diploma!
Daarna sloeg de twijfel weer toe en begon ik weer te drinken, ik had een vaag plan om dokter te worden waar wederom niets van terechtkwam. In 1985 had ik het voor het eerst dat ik een week lang dronken was, toen begon ik ook een vaag vermoeden te krijgen dat mijn problemen iets met drank, mijn trouwe kameraad, te maken konden hebben. Er ontstond een nieuwe relatie met een dame, maar ook bij haar zette het patroon van me ontrekken aan de relatie, seksuele geremdheid, nooit gevoelens uiten, me heel groot voordoen, zich voort.
Die gevoelens van me, ik wist zelf niet eens wat ze waren, laat staan dat ik er met iemand over kon praten.
In 1986 verhuisde ik naar Amsterdam en daar modderde ik voort met drank en plannen maken. Eerst een baantje als computertechnicus gehad waar ik gillend ben weggerend, toen het plan opgevat m’n AMBI- diploma te gaan halen; is nooit iets van terechtgekomen, vervolgens een tijd verschrikkelijk gedronken. Tijdje aan auto’s gesleuteld: was het ook niet.

Opeens kwam er een aanbieding om tijdelijk als theatertechnicus te gaan werken, ik dat gedaan en had daarna iets van: Wow! Dit is het! Dat werk liep af en ik deed weinig om op dat terrein nieuw werk te krijgen, weer een tijdje stevig gedronken al was het maar omdat ik me dan niet zo alleen voelde. Blauwe maandag auteur van een computertijdschrift geweest, maar na het eerste geweigerde artikel gaf ik er de brui weer aan. Toen, het wordt saai, weer een tijd gedronken en wat klusjes gedaan.

Halverwege 1990 kreeg ik een tijdelijk baantje als invalkracht op een scheepswerf, dat beviel vrij goed: het werk was fysiek zwaar maar heel ontspannend. Had intussen een nieuwe vriendin, een heel lief meisje dat ook weer achter me aan begon te moederen en ik behandelde haar op de vertrouwde manier: ik was lief maar tegelijkertijd ook heel afwijzend en over haar heen walsend. Seksueel trok ze me ook niet aan.

Sinds 1989 word ik behandeld door het CAD, heb een cursus Alcohol en Gezondheid gevolgd, een tijdje Antabus geslikt en eind 1990 heb ik een assertiviteitstraining gehad die wel echt het een en ander in positieve zin veranderd heeft.
Met de laatste vriendin had ik voor het eerst het gevoel dat ik een relatie aankon: er zijn tijden geweest dat we in redelijke harmonie met elkaar omgingen, tegen haar durfde ik ook mijn gevoelens te uiten. Overigens niet alleen tegen haar: de laatste twee jaar liet ik sowieso mijn gevoelens meer toe en mensen begonnen me directer en opener te vinden, ik durfde eindelijk die muur van cynisme om me heen voorzichtig een beetje te laten zakken. Heel voorzichtig stelde ik me meer open voor m’n medemens.

In maart van dat jaar kwam er een reusachtige theaterklus op me af, ik heb een paar maanden als een beest gewerkt en het is uiteindelijk een gigantisch succes geworden, daarna heb ik een tijdje gemodderd, tot in augustus een nieuwe opdracht kwam: een tournee door Oostenrijk, had ik heel veel zin in. M’n eerste liefde kwam langs, van haar ben ik altijd blijven houden, ook al heeft ze me twee jaar niet willen zien vanwege m’n aanhoudende gezuip. Ik raakte direct weer smoorverliefd op haar hoewel ik me realiseerde dat dit onmogelijk in een relatie om te zetten is, o.a. door de problemen die ik heb met m’n drankgebruik. Mijn laatste vriendin zette ik aan de kant omdat die relatie in mijn ogen uit weinig meer bestond dan elkaar gezelschap houden.

Ik begon weer te drinken, liet de tournee door Oostenrijk lopen, was daar zo kwaad over dat ik me in een van mijn polsen sneed. Daarna ben ik nog verschillende keren onderuit gegaan in de zin dat ik een dag of 10 dronken bleef, daarna plannen ging maken over een opname, heb een aantal intake gesprekken gehad. Heb meerder keren opname in de Detox afgezegd/uitgesteld omdat ik de betrekkelijkheid van de Detox inzag, maar toch vooral omdat ik er doodsbang voor ben.
Iedereen is me zat: altijd dat gezeik van ‘nu ga ik er iets aan doen’ en vervolgens niets doen. Ik? , ik walg van mezelf langzamerhand, ik maak steeds plannen en doe vervolgens niets, behalve steeds depressiever worden. Sta voor de ingrijpendste beslissingen tot nu toe, het hangen in de kroeg, al of niet drinkend, moet stoppen, tenminste ik moet op zoek naar een duidelijke structuur in mijn leven die me zoveel voldoening geeft dat ik niet meer de kroeg in hoef om mensen te zien. Overweeg een opname maar weet nog niet waar en hoe en of. Moet stoppen met drinken, maar wil wel iets hebben om te doen, in ieder geval niet thuis blijven zitten. Andere manieren van ontspanning vinden. Moet ophouden mezelf zo zielig te vinden.