Bindingsangst

//Bindingsangst
Bindingsangst 2018-02-01T23:32:38+00:00

1998

Stel nu dat je 37 bent, altijd alleen gewoond, gewend om zoveel mogelijk je eigen gang te gaan, en je realiseert je dat je waarschijnlijk nooit gelukkiger zult worden dan je nu bent, gezond, werk dat je erg leuk vindt, een lekker huis, en natuurlijk een leuke vriendin waarmee je het uitstekend kunt vinden.
Je bent eigenlijk volmaakt tevreden, althans je realiseert je dat hoewel er altijd kleinigheden zullen blijven waar je je aan ergert, je momenteel het maximale uit het leven haalt.
Soms kom je oude vrienden tegen, die zijn vaak getrouwd of wonen samen en lopen blijmoedig achter de kinderwagen, als je dan eens voorzichtig informeert hoe dat nou is met van die koters, zeggen ze allemaal dat het fantastisch is, je kijkt naar die afgeleefde koppen en het lukt je uiteindelijk om de lofzang op het vaderschap te onderbreken en je weg te vervolgen.
Je begint je eigenlijk ook een beetje een zonderling te voelen, je krijgt het gevoel dat je misschien wel een beetje blijft hangen in je ontwikkeling , dat je een keuze moet maken: nu of nooit met die koters.
Vroeger was vrij zijn het hoogste ideaal, alles liever dan vastgerot zitten in een huwelijk, een vaste baan, een hypotheek etc.
Nu krijg je het deprimerende gevoel dat je op het punt staat dat oude ideaal te verkwanselen, te verruilen voor verantwoordelijkheid, zekerheid en gezelligheid. O, kijk het toch eens leuk zijn met zo’n kleintje, je denkt nog eens terug aan je vader, die je elk jaar vetter en gezapiger zag worden, je voelt het gevaar.
Alles wou je toch liever dan eindigen zoals hij? Dan ga je nog maar eens op bezoek bij je familie, alle broers en zussen zijn er met koters en ze zijn werkelijk zo vervuld van het ouderschap dat ze geen moment meer over iets anders kunnen praten, de gedachte bekruipt je dat ze alleen maar aan de koter zijn gegaan uit een gebrek aan fantasie, omdat ze niet in staat waren om hun leven op een andere manier inhoud te geven, Ze tetteren intussen vrolijk door, mismoedig vraag je je af of het soms echt zo is dat, net als bij de dieren, de enige zin van het leven de voortplanting is.
Het vervelendste is eigenlijk dat er geen compromis mogelijk lijkt: vader worden met behoud van eigen identiteit, diep in je hart ervaar je het al regelmatig als een belemmering dat je een vaste vriendin hebt, al die leuke meiden die je tegenkomt, het zou toch leuk zijn om er eens een tijdje mee te rotzooien. Ook al hou je heel veel van je vriendin en wil je eigenlijk helemaal geen andere relatie, het verlangen naar ongecompliceerd plezier maken blijft bestaan. Hoewel je allang hebt ervaren dat dat nauwelijks een realistische wens te noemen is.
Mensen zeggen wel eens dat je maar eens volwassen moet worden, dat je niet alles kunt hebben in het leven, maar dan zie je weer ploeteren, hard werken, de kinderen verzorgen, weer een groter huis zoeken, je stelt vast dat ze eigenlijk geleefd worden door de omstandigheden. Ze hebben het bestuur over hun leven uit handen gegeven door keuzes te maken waarmee ze zichzelf volkomen vast hebben gezet. Maar even later vraag je je af wat je nu precies doet met al die vrijheid die je hebt, je bent toch immers ook steeds huiselijker geworden, misschien is vrijheid wel een illusie, naar mate je ouder wordt lijken dingen steeds vaster te komen liggen/ Eigenlijk bouw je, zonder dat je het je bewust bent, een verzameling routines op die je weliswaar behulpzaam zijn in het leven, maar je ook zo geprogrammeerd hebben dat je er in gevangen lijkt te zitten.
Het een oude lul worden lijkt onontkoombaar en het is, in dat opzicht, daarom misschien wel niet van belang of je nu kinderen hebt of niet.